top of page
  • spelvanonderwijs

Stickers plakken: wat is daarin de rol van de leerkracht?

Mijke krijgt een onderzoek naar autisme. Een poosje voor het onderzoek komt degene die haar al een tijdje begeleidt in de klas kijken hoe het gaat. We praten na schooltijd over Mijke. Ik vertel wat ik zie: een enthousiaste, leergierige, nieuwsgierige meid. Een over het algemeen vrolijk meisje dat erg goed in de groep ligt, met iedereen goed om kan gaan, rijk spel laat zien op het plein. Een meisje dat erg stellig kan zijn. Het is zo of het is niet zo. Ze heeft veel ideeën en houdt graag vast aan haar ideeën. Daar heeft ze immers al een plaatje bij. Mijke komt op mij niet over als een meisje dat gauw vol zit. Ze laat zich kennen als een meisje met veel energie die geen moeite heeft om alle prikkels van de dag in zich op te nemen.


Na dit vertelt te hebben krijg ik de vraag of ik dan niet denk dat Mijke autisme heeft. Nee, dat denk ik inderdaad niet.


Meike blijkt ook geen autisme te hebben. Dat verbaast haar begeleider. Misschien over een paar jaar weer een onderzoek? Wordt er geopperd.


Een ander meisje, Ilze, wordt aangemeld voor een onderzoek naar ADHD. Ilze vertoont daar ook aardig wat kenmerken van moet ik toegeven. Ze kan impulsief zijn, laat veel bewegingsonrust zien, maakt thuis nooit iets af, maar begint wel aan 5 dingen. Maar ik zie meer bij Ilze. Ik zie een meisje dat haar omgeving constant in de gaten houdt. Alles hoort, ziet en voelt ze. Vermoeiend lijkt mij. Niets ontgaat haar. Ze voelt dondersgoed aan hoe een kind uit de klas zich voelt en wil verdriet van een ander graag zo gauw mogelijk oplossen. Ze kan troosten als de beste, of ze een kind nu wel of niet aardig vindt.

Ilze heeft het vaak moeilijk met haar eigen gevoelens. Na een gesprekje met haar komt ik tot de ontdekking dat ze het eng vindt om haar gevoelens in de klas te tonen. Ze houdt ze in zich. Ze wil niet dat anderen zien hoe zij zich voelt. Alleen kan ze niet de hele tijd alles binnen houden. Als haar gevoelens haar teveel worden ontploft ze. Dat wordt ze zo boos dat ze gaat schreeuwen en anderen pijn gaat doen.


Er wordt mij gevraagd of ik denk dat er meer aan de hand is met Ilze. Dat bevestig ik. Het feit dat ze alle prikkels om zich heen binnen krijgt en ze daar snel van overprikkelt raakt doet mij vermoedden dat Ilze hooggevoelig is. Maar dat is het niet alleen. Haar neiging om haar emoties te verbergen, omdat ze die niet durft te laten zien, haar ontploffingen als het haar te veel wordt, haar vriendschapsrelaties die steeds uit en aan gaan. Dat alles doet bij mij een ander belletjes rinkelen: Ilze zou mogelijk een hechtingsstoornis kunnen hebben. Dat zou ook kunnen passen bij haar thuissituatie waarin veel stress is.


Maar Ilze heeft pech, ADHD is bekender. Gebruikelijker. Makkelijker te onderzoeken ook misschien? Het wordt dus een onderzoek naar ADHD. En het zou mij niet verbazen als dat er ook uitkomt. Het lijkt immers op gedragskenmerken die ook bij een hechtingsstoornis kunnen horen. Of de behandeling werkt is de vraag.


Autisme, hoogbegaafdheid, hooggevoeligheid, ADHD, hechtingsstoornissen. Vijf namen. Vijf mogelijke verklaringen van gedrag. Vijf totaal andere manieren van hulp. Maar zoveel overeenkomsten in gedragskenmerken.


Hoe houd je als leerkracht het hoofd koel? Hoe kan je een rol spelen bij het vinden van de juiste verklaringen van gedrag? Hoe kan je een kind het beste helpen? Hoe sta je je mannetje als leerkracht tegenover hulpverleners die het, als het om diagnoses gaat, zoveel beter (lijken te) weten?


Inzicht in autisme, hoogbegaafdheid, hooggevoeligheid, ADHD en hechtingsstoornissen helpt hierbij. Het zorgt ervoor dat je als leerkracht mondiger bent tegenover de leerkracht en ervoor kan zorgen dat een kind voor een juist onderzoek wordt aangemeld. Inzicht in de overeenkomsten tussen deze vijf verklaringen is hierbij juist helpend. Niet alleen kennis over de verklaringen afzonderlijk van elkaar. Want wat zijn dan de verschillen? Wat zijn de overeenkomsten? Hoe kan je ze van elkaar onderscheiden? Welke verklaringen kunnen al dan niet samen voorkomen?


Binnenkort lanceer ik hiervoor een nieuwe training: Misdiagnoses de baas!


bottom of page